Onderwijsmethodes
De officieel goedgekeurde Vlaamse leerplannen (van Onderwijs voor Steden en Gemeenten) vormen de basis voor alle vakgebieden. Specifieke methode vermelding:Nederlandse taal: | Groep 4 t/m groep 8: ‘Taal Actief Stap 1 t/m 7 ontwikkelen allerlei taalactiviteiten op basis van het protocol dyslexie en voorkomen van leesproblemen. |
Technisch lezen: | Lijn 3/ Station Zuid |
Begrijpend lezen: | Nieuwsbegrip XL |
Informatie verwerking: | Blits (groep 6 t/m 8) |
Schrijven: | Handschrift |
Pluspunt + Vlaams meetkunde pakket | |
Wereldoriëntatie: | International Primary Curriculum (IPC) |
Frans: | Stap 1/2 – Cécar begroet en leert liedjes Stap 3 t/m Groep 4 – Pistache (vnl. De spelletjes en liedjes) Groep 5 t/m 8 Quartier Etoile |
Engels vanaf groep 5: | Stepping stones |
Muzische vormgeving: | De MUVO-lessen worden waar mogelijk aangepast aan het IPC-thema |
Techniek: | Geïntegreerd binnen IPC |
ICT: | Geïntegreerd binnen IPC |
Godsdienst: | Trefwoord |
Lichamelijke Opvoeding: | Lessen gebaseerd op kerndoelen L.O in Vlaanderen |
Onze drie speerpunten;
1. The leader in me
“Leiderschap is dat ik verantwoordelijkheid neem voor mijn eigen keuzes met het einddoel voor ogen. Daarvoor vertrouw ik op wat ik kan en wat we samen kunnen bereiken”.
Op de Julianaschool werken we vanuit een bijzondere pedagogische lijn. Deze is gebaseerd op het gedachtegoed van Stephen Covey. We noemen het ook wel “The leader in Me” of “De 7 gewoonten van effectief leiderschap”. Het doel ervan is dat kinderen door het aanleren van 7 gewoonten een effectieve persoonlijke ontwikkeling doormaken. De lessen leiden op tot zelfsturing, samenwerken met anderen en het leren nemen van verantwoordelijkheid.
Het uitgangspunt van “The Leader in Me” is dat je de invloed op je leven kunt vergroten. Deze visie draagt bij aan het verder ontwikkelen van het persoonlijk leiderschap bij kinderen. Daarbij helpt het wanneer je goed kunt leidinggeven aan jezelf en je een goed inzicht krijgt in je relatie met de ander. We leren de kinderen zicht te krijgen op hun eigen aandeel en hun eigen verantwoordelijkheid in allerlei (sociale) situaties. De zeven gewoonten gebruiken we in onze dagelijkse praktijk en geven ons genoeg inspiratie voor acht jaar lang levenslessen.
Het is een proces van kijken, denken en doen, via een gemeenschappelijke taal.
De kinderen leren “21st century” vaardigheden die nodig zijn in onze maatschappij zoals verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, samenwerken en creativiteit. We werken in de hele school, van stap 1 tot en met groep 8, met hetzelfde symbool: de boom van de 7 gewoonten.
De wortels van de boom zijn goed zichtbaar op de tekening en dat moet ook, want dat is waarmee de boom stevig in de grond staat en dus niet zomaar om kan vallen. Met de wortels begint dan ook het leertraject met de kinderen. De eerste 3 gewoonten gaan namelijk over jezelf. Je leert werken aan jezelf en daardoor word je steviger, minder onzeker, minder snel bang. Ook leer je minder snel te klagen. Je leert je eigen verantwoordelijkheid te nemen. Je zorgt dat je zelf doet wat nodig is, voor jezelf maar ook voor een ander.
De stam staat symbool voor hoe je bent in relaties met anderen, voor samen leven en samen werken. Gewoonten 4, 5 en 6 gaan hierover. De kinderen leren win – win te denken zodat de ander ook ruimte krijgt. Gewoonte 5 leert je te luisteren met je oren én je hart : eerst begrijpen, dan begrepen worden. Zoek de samenwerking, zodat twee aparte ideeën misschien wel leiden tot een derde, nóg beter idee en dat is synergie; gewoonte 6. De kruin: tenslotte komt de boom tot volle bloei en groei! En dat kan alleen als je ‘de zaag scherp houdt’! Gewoonte 7 wil dus zeggen: zorg goed voor jezelf, voed je ziel en je lichaam op een gezonde manier. Zoek inspiratie in je geloof, in de natuur, maar ook in cultuur: lees mooie boeken, luister naar mooie muziek, praat met inspirerende mensen. Ga om met mensen die je lief zijn, eet gezond, ga op tijd naar bed en zorg voor voldoende beweging.
Zo hopen wij dat een combinatie van kennis, vaardigheden en life skills dé manier is waarop onze kinderen zich in een uitdagende en dynamische maatschappij staande kunnen houden en zodoende kunnen worden wie ze zijn!
The Leader in Me veronderstelt dat de uitdagingen voor het onderwijs invloed hebben op elkaar. Dat een goede cultuur op school waar waarden worden overgedragen, invloed heeft op de vaardigheden van kinderen en hun resultaten. En helemaal dat als kinderen gewoontes of vaardigheden ontwikkelen die hun karakter versterkt en de samenwerking met anderen verbetert, dit ook hun resultaten op de kernvakken zal beïnvloeden.
2. IPC
Het International Primary Curriculum (IPC) is een onderwijsprogramma voor het basisonderwijs (stap 8 t/m groep 8). We zijn ervan overtuigd dat kinderen op hun best leren door boeiende, actieve en zinvolle lessen. IPC helpt de school en de leerkracht hierbij.
IPC biedt onderwijs dat:
- focust op leren en luistert naar de visie en behoeften van de school;
- met regelmaat geüpdatet wordt met oog voor actualiteit en de laatste stand van zaken in de wetenschap;
- volop aandacht schenkt aan 21ste-eeuwse vaardigheden.
Als ouder(s) wil je niets liever dan dat je kind met plezier naar school gaat en er gelukkig is. IPC stimuleert kinderen om beter te leren én om hun talenten te ontdekken. Het dynamische programma daagt kinderen uit om buiten bestaande grenzen en patronen te denken. We zijn ervan overtuigd dat kinderen op hun best leren door boeiende, actieve en zinvolle lessen. U zult ervan versteld staan wat uw kind allemaal weet en kan!
Veranderende wereld
Alles verandert: werk, de wereld, de manier waarop we met elkaar omgaan en daardoor ook het onderwijs. Om je staande te houden in deze snel veranderende wereld heb je meer nodig dan kennis. IPC gaat daar in mee en biedt een programma voor het basisonderwijs dat op die ontwikkelingen aansluit. De kinderen worden actief betrokken bij hun eigen leerproces en ze leren doelgericht te werken aan kennis, vaardigheden en inzicht. Daarnaast werken de kinderen aan zelfvertrouwen, begrip, het ontdekken van eigen talenten en er is aandacht voor internationale ontwikkelingen en andere culturen.
Units
Het onderwijsprogramma werkt met onderwerpen; dat noemen we units. Er zijn er tachtig en het scala aan onderwerpen is erg breed: variërend van Missie naar Mars, tot Circus en Regenwoud, tot Voortrekkers van verandering. Elke unit is zo opgebouwd dat deze inspeelt op de emotionele en geestelijke ontwikkeling van de kinderen: leren op basis van de kracht van elk kind. De IPC-thema’s worden op een eigentijdse manier aangeboden met uitdagende activiteiten die interessant, goed doordacht en leuk zijn.
IPC in de praktijk
De units worden regelmatig vernieuwd en aangepast aan de actualiteit, de taal is kindvriendelijk en ook de bronnen zijn op kinderen afgestemd. Elke unit heeft een vaste structuur, dat geeft duidelijkheid. Iedere groep of leergang behandelt ongeveer vijf units per jaar. Maar hoe werkt een unit in de praktijk? We nemen als voorbeeld ‘Zoet als chocolade’. Hoe leuk is het om zes weken lang van alles te leren over chocolade? Bij het vak kunst ontwerpen leerlingen de verpakking, bij geschiedenis is er aandacht voor het verleden en het heden, bij natuur staat voedsel als brandstof centraal en bij aardrijkskunde worden de kinderen uitgenodigd om uit te zoeken waar op aarde de cacaoboom groeit.
Elke groep brengt tijdens het schooljaar één of meerdere bezoeken aan het theater, het museum of een natuur educatieve instantie. Deze excursies zijn gerelateerd aan de IPC-units die behandeld worden.
Rol van ouder(s)
De Julianaschool betrekt de ouder(s) bij de start en afsluiting van een unit. Betrokkenheid en interesse van de ouder(s) in het leren van hun kinderen is tenslotte erg belangrijk. Als ouder(s) kunt u uw kind helpen en stimuleren in het leerproces. De meest eenvoudige manier is om uw kind elke dag te vragen wat hij/zij op school geleerd heeft. Door uw kind uit te dagen om te vertellen, stimuleert u uw kind om het geleerde nóg beter en diepgaander te begrijpen. Verder is het belangrijk om uw kind te helpen om zichzelf en zijn of haar plek in de wereld te leren begrijpen. Dat kan al heel eenvoudig door gesprekken aan de ‘keukentafel’ over bijvoorbeeld de familie, waar de ingrediënten van de maaltijd vandaan komen of door op een wereldkaart op te zoeken waar de plaatsen liggen die ter sprake komen.
Kijk voor meer informatie op www.ipc-nederland.nl.
3. Het stappenonderwijs
De school is een ruimte die uitnodigt om een weg te gaan, stap voor stap, fase voor fase,
een levensweg die leidt naar buiten, naar een wereld waarin het kind – volwassen geworden – zijn eigen levensweg onder persoonlijke verantwoording zal kunnen vervolgen…
De organisatie van ons onderwijs is tot en met groep 3 (eerste leerjaar) anders ingericht dan op de meeste basisscholen: om beter aan te sluiten bij de natuurlijke manier van leren van jonge kinderen en hun, vaak sprongsgewijze, ontwikkeling werken we in stappen in plaats van in jaargroepen.
Bij ons op school worden de eerste 5 schooljaren (van onthaalklas tot eerste leerjaar/groep 3) in tweeën verdeeld. Elke helft wordt een stap genoemd. Dit betekent dat het kind 8 stappen doorloopt voordat het in groep 4 komt. Vervolgens zal het kind de verdere schooljaren in jaargroepen bij ons afmaken. Uit onderzoek en ervaring is gebleken dat kinderen in de eerste schooljaren ontwikkelen en leren op een andere manier dan op latere leeftijd. Daarnaast komt ook naar voren dat ze pas op een leeftijd van 8 jaar een groep vormen.
- Peuters komen in stap 1/2 en zitten afhankelijk van de maand dat ze instromen ongeveer 1 ½ jaar bij dezelfde groep. Wanneer ze instromen op 2.5 jaar komen ze in stap 0 terecht.
- Kleuters komen in stap 3/4/5 en zitten daar ongeveer 1 ½ jaar bij dezelfde groep.
- Het laatste half jaar van de kleuterschool (derde kleuterklas) wordt stap 6 genoemd en sluit op sociaal emotioneel en intellectueel ( verstandelijk) vlak het best aan bij de eerste helft van groep 3 of eerste leerjaar. In het stappenonderwijs noemen we de eerste helft van groep 3 stap 7. Deze twee stappen ( stap 6/7) gaan dus samen een groep vormen. In deze stap 6/7 vindt vooral de verkenning, voorbereiding en het aanvankelijk lezen en rekenen plaats. Beide stappen hebben een eigen verwerking van de gezamenlijke aangeboden leerstof.
Kinderen die in juni stap 7 hebben afgerond , starten in september in stap 7+. Zij hebben zich de basisstof eigen gemaakt en zullen in hun leerprogramma verbreding en verdieping en waar nodig herhaling krijgen aangeboden. In februari stappen stap 7/7+ samen over naar stap 8 ( einde groep 3). Deze kinderen vormen na de zomervakantie ‘groep 4’.
In dit schema leest u hier zowel de Nederlandse als de Vlaamse terminologie. In het dagelijks gebruik spreken wij van stappen ( stap 1 t/m stap 8) en groepen ( groep 4 t/m 8)
Stap 0/1/2 | Stap 3/4/5 | Stap 6/7/7+ | Stap 8 | Groep 4 |
Peutergroep | Kleutergroep | Overgangsgroep | ||
Onthaal-/ instapklas/ peutergroep + 1ste kleuterklas | 2de kleuterklas + 1ste helft 3 de kleuterklas | 2de helft 3 de kleuterklas (stap 6) + 1ste helft eerste leerjaar (stap 7) + Verbreding (stap 7+) | 2de helft eerste leerjaar | 2 de leerjaar |
Peuters | Groep 1 en half groep 2 | Eind groep 2/ eerste helft groep 3 | 2 de helft groep 3 |
Van september tot januari zitten stap 6/7/7+ bij elkaar. In februari stappen stap 7+/7 over en vormen stap 8.
Na stap 8 spreken we van groepen, waarin zelf verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, een belangrijk speerpunt is. Er zijn geen halfjaarlijkse wisselingen in de samenstelling van de groepen meer. Stap 1 t/m groep 4 is de onderbouw van de school en groep 5 t/m 8 is de bovenbouw.